Het Sociaal Fonds, een paritair orgaan samengesteld uit vertegenwoordigers van werknemersorganisaties (ACV-Openbare Diensten, ACV-TRANSCOM en BTB) en van de werkgeversorganisaties (FBAA), zag het daglicht op 19 juni 1967.
De eerste taak van het Fonds was de aflevering van de legitimatiekaarten (syndicale premie) aan de werknemers. De bij een vakbond aangesloten werknemers kregen op die manier de helft van hun syndicale bijdrage terugbetaald.
Naast de beroepsopleiding biedt het Sociaal Fonds op vandaag een hele resem sociale voordelen aan, zowel aan werknemer(s) als werkgever(s).
Tenslotte houdt het Sociaal Fonds zich ook bezig met alle vragen betreffende de promotie en de beroepsopleiding, alsook de arbeidspromotie van sommige werknemers.
De activiteiten van het Fonds worden gefinancierd door de sociale bijdrage gestort door de werkgevers. Vanaf 2010 bedraagt die bijdrage 4,60%.